Jane zong liedjes op film om contact te houden met de kids van het kinderdagverblijf

Je valt in de risicogroep en werkt als oproepkracht in de kinderopvang wanneer corona in het voorjaar een deken over het land legt. Kinderdagverblijven gaan dicht, geen direct contact met ouders en kinderen meer. Wat doe je dan? “Filmpjes maken!” lacht Jane Rijnders. “Ik hoopte dat ze zo mijn gezicht zouden onthouden.”

Jane werkt al sinds 1981 in de kinderopvang. “Vroeger had ik mijn eigen kinderdagverblijf aan de Tingietersdonk in De Maten. En later ook nog aan de Molenstraat. Sinds mijn pensioen in 2015 werk ik als pedagogisch medewerker op oproepbasis bij MAM’s Kinderopvang.” Dat stokt half maart, wanneer de kinderdagverblijven sluiten in de eerste lockdown. “Daarbij ben ik 70+, dus val ik sowieso in de risicogroep. Ik kon niet werken en zat vervolgens dus echt twee maanden thuis.”

Liedjes zingen voor de camera

Maar stilzitten is geen optie voor Jane. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dus pakte ze de camera erbij en maakte vanuit huis filmpjes voor ‘haar’ kinderen. Die werden door MAM’s naar de ouders gestuurd “Dan vertelde ik een verhaaltje of zong een liedje. Kleine dingen, zodat je contact houdt en ze je gezicht onthouden. Als die kinderen je een langere tijd niet zien, dan herkennen ze je niet meer. Zo gaat dat op die leeftijd, helemaal met de baby’s. Dat wilde ik voorkomen. Het is belangrijk dat je een band houdt.”

‘Raambuurten’ bij Indische ouderen

In de zomer kon Jane gelukkig weer aan de slag bij MAM’s. “Ik miste de collega’s, kinderen en ouders ontzettend en was blij dat ik weer kon werken. Niet dat ik me verder verveelde hoor. Ik ben ook nog vrijwilliger bij Rumah Saya, een zorginstelling voor Indische ouderen. Helaas kan ik door corona daar nu niet naar binnen. Maar zoiets als boodschappen doen voor de bewoners gaat natuurlijk nog wel. Het is een rare tijd zo, dat je elkaar niet ziet. Zo zijn er afgelopen jaar bewoners overleden waar ik geen afscheid van heb kunnen nemen. Ineens zijn ze dan weg. Daarom maak ik af en toe een rondje langs de buitenkant van de appartementen. ‘Raambuurten’ noem ik dat. Dan blijf ik toch in contact met ze.”

“Mijn contact met ouders is nu helaas minder intensief”

‘Raambuurten’ is bij de kinderopvang niet nodig. Daar kan Jane gelukkig gewoon naar binnen. Maar dat geldt niet voor ouders. Zij moeten hun kinderen buiten bij de ingang brengen en ophalen. “Dat is soms moeilijk. Bij de peuters gaat het wel, maar met baby’s is dat anders. Het is verre van ideaal om dan afstand te houden bij het ophalen en wegbrengen. Mijn contact met ouders is nu minder intensief. Maar het is helaas niet anders. Ook dat zal voorbijgaan. Als we allemaal kalm blijven en er samen aan werken om hier zo goed mogelijk doorheen te komen.”

Dit interview is tussen vrijdag 13 november en 11 december afgenomen.

Om In Apeldoorn goed te laten functioneren gebruiken wij cookies.
Als je onze site gebruikt, gaan wij ervan uit dat je akkoord gaat met het gebruik hiervan.